Er is sprake van erven wanneer een overledene (erflater) zijn bezittingen en schulden nalaat (nalatenschap) aan erfgenamen.

Na overlijden wordt de nalatenschap verdeeld over de erfgenamen. Deze verdeling wordt bepaald op basis van:

  • een testament;
  • het wettelijk erfrecht;
  • of een combinatie van beiden.

Een nalatenschap bestaat meestal niet alleen uit bezittingen, maar ook uit schulden.
De erfgenaam is niet verplicht de nalatenschap te accepteren. De erfgenaam kan:

  • De nalatenschap zuiver aanvaarden.
    In dat geval worden zowel de bezittingen als de schulden volledig geaccepteerd. Ook al zijn de schulden hoger dan de bezittingen.

  • De nalatenschap beneficiair aanvaarden.
    In dat geval wordt alleen het deel van de bezittingen geaccepteerd dat overblijft nadat de schulden van de erflater zijn betaald.

  • De nalatenschap verwerpen.
    In dat geval worden zowel de bezittingen als de schulden volledig geweigerd.

Erven zonder testament

Wanneer de overledene (erflater) geen testament heeft laten opstellen, wordt de nalatenschap verdeeld volgens het wettelijk erfrecht.
De omvang van de totale erfenis (wettelijke erfmassa) wordt dan volgens wettelijke regels opgesplitst in delen (wettelijk erfdeel) voor elk van de erfgenamen (wettelijke erfportie).

Het wettelijk erfrecht hanteert daarbij een volgorde van groepen wie recht heeft op de nalatenschap. Als er geen erfgenamen zijn binnen de eerste groep, gaat de erfenis door de volgende groep (enzovoort):

  1. Echtgenoot (of geregistreerde partner) en kinderen van de overledene. Stief- en pleegkinderen hebben geen wettelijk recht op de erfenis.
  2. Ouders, broers en zussen
  3. Grootouders
  4. Overgrootouders
  5. de Nederlandse Staat

Wanneer een erfgenaam is overleden, bepaalt het erfrecht dat de kinderen van de overledene in zijn plaats erven. We noemen dan plaatsvervulling.

  • Als er geen partner is, gaat de erfmassa in gelijke delen naar de kinderen.

  • Als er wel een partner is met wie de overledene in gemeenschap van goederen was getrouwd, dan geldt dat bezittingen en schulden 50-50 verdeeld zijn over beide partners. Alleen de helft van de overledene behoort tot de erfenis en wordt verdeeld over de erfgenamen: de overgebleven partner en de kinderen.

Voorbeeld

Henk laat bij overlijden € 404.000 bezittingen na en € 8.400 schulden. Hij en zijn overleden vrouw Nellie hebben de volgende nakomelingen:

Wettelijke erfmassa = € 404.000 – € 8.400 = € 395.400

Erfdelen:
Omdat Henks vrouw Nellie overleden is, zal zonder testament de hele erfenis naar de kinderen van Henk gaan en heeft elk kind recht op 1/3 van de erfmassa.
Eén van de kinderen van Henk en Nellie is echter niet meer in leven. Daarom hebben Joost en Jasmijn ieder recht hebben op de helft van het deel van hun overleden vader (Jan): hun erfdeel is 1/2 × 1/3 = 1/6.

De erfgenamen van Henk hebben aldus recht op de volgende erfporties:

Jip 1/3 × € 395.400 = € 131.800
Hans 1/3 × € 395.400 = € 131.800
Joost (½ plaatsvervulling Jan) 1/6 × € 395.400 = € 65.900
Jasmijn (½ plaatsvervulling Jan) 1/6 × € 395.400 = € 65.900

Als Nellie, de partner van Henk, nog in leven was en er was sprake van gemeenschap van goederen, dan zou de berekening van de erfporties er als volgt uitzien:

Wettelijke erfmassa = de helft van (€ 404.000 – € 8.400) = € 197.700

Erfdelen:
Henks vrouw Nellie behoudt sowieso de helft van alle bezittingen(- schulden). Dat valt buiten de erfmassa.
De andere helft, de erfmassa, wordt onder haar en de drie kinderen (4 erfgenamen) gelijk verdeeld.
Nellie en de kinderen hebben dus recht op  1/4 deel van de erfmassa.
Joost en Jasmijn ieder recht hebben op de helft van het deel van hun overleden vader: hun erfdeel is 1/8.

De erfgenamen van Henk hebben aldus recht op de volgende erfporties:

Nellie 1/4 × € 197.700 = € 247.125
Jip 1/4 × € 197.700 = € 49.425
Grietje 1/4 × € 197.700 = € 49.425
Joost (½ plaatsvervulling Jan) 1/8 × € 197.700 = € 24.712,50
Jasmijn (½ plaatsvervulling Jan) 1/8 × € 197.700 = € 24.712,50

Erven met testament

In een testament legt iemand vast wat er met zijn of haar nalatenschap moet gebeuren. Met een testament is het mogelijk om af te wijken van het wettelijk erfrecht. Bijvoorbeeld om geld te schenken aan een goed doel, een groter bedrag dan de wettelijke erfportie na te laten aan één familielid, of juist een familielid te onterven.
Wanneer voor een deel van de nalatenschap geen afspraken in het testament staan, dan wordt dat deel gewoon verdeeld volgens het wettelijk erfrecht.

Voorbeeld

In een testament laat Henk uit het vorige voorbeeld vastleggen dat hij:

  • aan Natuurmonumenten en de Vlinderstichting elk € 50.000 wil nalaten;
  • zijn kleinkinderen Nancy, Martijn en Marieke ieder € 40.000, en Joost en Jasmijn bovenop hun vaders portie nog € 10.000 wil nalaten.

De rest van de nalatenschap wordt automatisch verdeeld op basis van het wettelijk erfrecht.

Het deel van de erfmassa waarover niets is afgesproken in een testament bedraagt:
€ 395.400 – (€ 2 × € 50.000 + 3 × € 40.000 + 2 × € 10.000) = € 155.400.
Deze wordt verdeeld volgens wettelijk erfrecht over de wettige erfgenamen.

Janneke en Grietje erven ieder 1/3 × € 155.400 = € 51.800
Joost en Jasmijn erven ieder € 10.000 (uit het testament) + hun deel van het wettelijk deel van hun overleden vader (1/6 × € 155.400) = € 35.900

print