Op de huwelijksdag vindt de huwelijksvoltrekking plaats. Voor het voltrekken van het huwelijk zijn de volgende onderdelen vereist:
“…en belooft u trouw alle plichten te vervullen die de wet aan de huwelijkse staat verbindt… Wat is daarop uw antwoord?”
Wie “ja” zegt tegen het huwelijk die zegt ook “ja” tegen de huwelijkse plichten. Namelijk:
Huwelijkse voorwaarden
Trouwen heeft gevolgen op de verdeling van bezittingen (goederen & geld) en schulden over de twee echtgenoten.
Bij het aangaan van een huwelijk kan gekozen worden om te trouwen onder huwelijkse voorwaarden.
Trouwen ONDER huwelijkse voorwaarden
Er wordt dan getrouwd volgens eigen verzonnen afspraken over de verdeling van de bezittingen en schulden.
Een trouwkoppel stelt huwelijkse voorwaarden op bij de notaris door middel van een een notariële akte.
Trouwen onder huwelijkse voorwaarden heeft zowel voor- als nadelen:
Trouwen ZONDER huwelijkse voorwaarden
In alle andere gevallen wordt er getrouwd ZONDER huwelijkse voorwaarden.
Er wordt dan getrouwd volgens de standaardregel van de Nederlandse wet.
Die standaardregel tot en met 2017 was dat er sprake was van trouwen in volledige gemeenschap van goederen. Dat wil zeggen dat alle bezittingen en schulden van de partners gemeenschappelijk worden. En bij een scheiding 50-50 verdeeld worden.
Sinds 2018 geldt standaard dat er sprake is van beperkte gemeenschap van goederen.
Beperkte gemeenschap van goederen (sinds 2018 standaard) | |
---|---|
Vóór het huwelijk opgebouwde privé bezittingen en schulden | blijft voor 100% privé |
Vóór het huwelijk opgebouwde gemeenschappelijke bezittingen en schulden | wordt gemeenschappelijk (50-50), ongeacht hoeveel ieder heeft betaald |
In het huwelijk opgebouwde bezittingen en schulden met (een deel) privé geld | op basis van vergoedingsrecht (zie vervolg) |
In het huwelijk opgebouwde bezittingen en schulden zonder privé geld | wordt gemeenschappelijk (50-50) |
Echtgenoten kunnen door de standaardregel in het huwelijk dus bezittingen en schulden hebben die gemeenschappelijk zijn, maar ook bezittingen en schulden hebben die van hun privé zijn. Zo zien we tegenwoordig vaak dat echtgenoten zowel een gezamenlijke geldrekening hebben als ook ieder een privé geldrekening.
Hierdoor kan er iets bijzonders gebeuren. De echtgenoten kunnen namelijk binnen het huwelijk een gemeenschappelijk bezit aanschaffen en dat betalen met zowel gemeenschappelijke geld als privégeld. In zo’n situatie kun je dus zeggen dat er drie partijen in het spel zijn, namelijk: de gemeenschap (echtgenoot 1 en 2 tezamen), echtgenoot 1 (privé) en echtgenoot 2 (privé).
Wanneer het gemeenschappelijk bezit wordt verkocht, wordt dit bezit weer omgezet in geld voor op de gezamenlijke geldrekening. Wanneer er bij de aanschaf ook privé-geld van één, of beide, partner(s) is gebruikt, dan heeft deze partner recht op een privé-vergoeding. Het recht op zo’n vergoeding noemen we het vergoedingsrecht. Deze vergoeding is een percentage van het opgehaalde geld bij verkoop, in verhouding met de privé-inleg bij de aankoop.
Voorbeeld
Kim en Julia zijn op 10/10/2010 getrouwd.
Vorig jaar kochten zij een grote Amerikaanse koelkast voor € 1.099. De aanschaf werd als volgt betaald:
- Privérekening Kim: € 499
- Privérekening Julia: € 0
- Gezamenlijke rekening: € 600
Als de koelkast na twee jaar verkocht wordt voor € 400, dan gaat 55% van dat bedrag naar de gezamenlijke rekening en 45% naar de privé-rekening van Kim.
Einde huwelijk
Het beëindigen van het huwelijk kan door een echtscheiding. Een echtscheiding kun je samen, maar ook alleen, aanvragen via een advocaat. Een rechter moet uiteindelijk akkoord geven voor de scheiding.
Na de scheiding geldt nog steeds de onderhoudsplicht uit het huwelijk. Het kan namelijk zo zijn dat er na het huwelijk alimentatie dient te worden betaald. Alimentatie is een bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van je ex-partner (partneralimentatie) en/of je kind (kinderalimentatie) na beëindiging van het samenleven. De hoogte van de alimentatie wordt vastgesteld op basis van:
Als de ex’en samen een kind hebben, dan wordt hun draagkracht ook gebruikt om het aandeel in de kinderalimentatie te berekenen.
Voorbeeld
Een kind van gescheiden ouders heeft zwemlessen. Die kosten daarvan zijn € 92 per maand.
De kosten van de zwemlessen worden verdeeld over de twee gescheiden ouders. Het volgende is bekend:
- ouder 1 heeft een draagkracht van € 750 per maand
- ouder 2 heeft een draagkracht van € 350 per maand