Loonkosten is een grote kostenpost. Als de loonkosten per product te hoog worden, zullen bedrijven op zoek gaan naar alternatieven. Zeker wanneer ze vanwege concurrentie hun prijzen niet kunnen verhogen.
Daarbij zijn er een paar mogelijkheden:
Natuurlijk is niet elke sector hetzelfde. Een horecaondernemer kan moeilijk zijn productie verplaatsen naar lagelonenlanden. En een kapper kan moeilijk een deel van de productie automatiseren.
Kapitaal vervangt arbeid
De keuze om arbeid te vervangen door kapitaal is niet alleen afhankelijk van de ontwikkeling van de loonkosten per product. Door technologische ontwikkelingen dalen de kapitaalkosten per product voortdurend.
Er is dus een concurrentiestrijd tussen mens en machine.
Dat gaat niet alleen om wie mag produceren. Het gaat ook erom wie het inkomen uit de productie verdient!
De onderneming zal steeds kiezen voor de goedkoopste optie, maar zal wellicht ook rekening willen houden met de mogelijke flexibiliteit.
Om de ontwikkeling van deze concurrentiestrijd te meten, maken we gebruik van de kapitaalintensiteit.
De kapitaalintesiteit is een maatstaf om te meten in welke verhouding een onderneming gebruik maakt van de productiefactoren arbeid en kapitaal.
Om deze verhouding uit te rekenen, berekenen we de waarde van de kapitaalgoederen per arbeider.
Tot nu toe hebben we in Westerse landen gezien dat de stijging van de kapitaalintensiteit slechts tijdelijk voor werkloosheid zorgde. Mensen raakten in eerste instantie hun baan kwijt, maar er kwamen steeds weer andere werkzaamheden voor in de plaats.
Maar er dient zich een nieuwe fase in de technologie aan.
Robotisering en artificiële intelligentie. Deze ontwikkelingen worden steeds vaker gezien als bedreigingen voor de stabiliteit van de samenleving. Hoe kunnen mensen hun inkomen verdienen als robots al het werk overnemen?
Anderen wijzen erop dat robots en AI geen werk zullen overnemen, maar dat ook nu weer het effect zal zijn dat werkzaamheden gaan veranderen. Zij denken dat de behoefte aan laaggeschoolde arbeid verder zal dalen. Dat scholing steeds belangrijker zal worden. En gezien de ontwikkelingssnelheid van de techniek scholing ook een continu proces zal worden; een leven lang blijven scholen.