Vraag 1
| Product | Verkoopprijs (excl. btw) |
btw % | Consumentenprijs (incl. btw) |
|---|---|---|---|
| Reep chocolade 180 gram | € 3,42 | 9% | …. |
| Kaartje bioscoop | …. | 21% | € 11 |
| TV | …. | 21% | € 496 |
| Product X | € 6,88 | …. | € 7,50 |
| Elektrische fiets | € 1.485,95 | 21% | …. |
| a |
Neem bovenstaande tabel over en bereken de ontbrekende waarden. |
Vraag 2
Sven heeft vorig jaar een website opgericht waar hij op basis van de testresultaten van producten ‘het beste product’ verkoopt.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de drie producten die hij in het eerste jaar kocht en verkocht via zijn website:
| Product | Afzet | Inkoopwaarde (incl. btw) |
Verkoopprijs (excl. btw) |
|---|---|---|---|
| Koelkast | 800 | € 249 | € 380 |
| TV | 2.350 | € 375 | € 420 |
| iPhone | 4.072 | € 890 | € 1.115 |
Daarnaast heeft hij nog een aantal uitgaven waaroven hij zelf al btw heeft betaald.
In totaal ging dat om een btw-bedrag van € 15.230
| a |
Bereken de consumentenprijs van de iPhone op deze website. |
| b |
Bereken de omzet die Sven haalt met de verkoop van koelkasten. |
| c |
Bereken hoeveel btw Sven moet afdragen in het genoemde jaar. |