Scholing is voor zowel werkgever als werknemer van groot belang.
Een bedrijf krijgt dankzij scholing de beschikking over productiever personeel. Een werknemer is dankzij scholing aantrekkelijker voor werkgevers en kan daardoor ook betere arbeidsvoorwaarden verwachten.
Maar wie moet de scholingskosten betalen?
Met behulp van een spelmatrix kunnen we deze situatie analyseren:
a |
Neem de bovenstaande matrix over en zet de volgende opbrengsten op de juiste plaats: (2;1), (1;2), (1,1). |
b |
Bepaald voor beide partijen hun individueel beste reactie. |
c |
Leg met behulp van de matrix uit waarom het onduidelijk is wie er moet betalen voor de scholing. |
d |
Verklaar waarom het, gezien de matrix, logisch is om de kosten van scholing te delen. |
e |
Verklaar waarom het, gezien de matrix, logisch is dat beide partijen vinden dat de ander moet betalen. |