In deze opdracht ga je onderzoeken hoe het gesteld is met de inkomensverdeling in een groep. Bijvoorbeeld je klas.

Voor dit onderzoek volg je de onderstaande stappen.
Afsluitend beantwoord je nog een paar vragen over de resultaten van je onderzoek.

Onderzoek

  • Stap 1
    Vraag iedereen in de groep naar zijn/haar inkomen per jaar.
    Gebruik daarvoor een schema dat de mensen helpt na te denken over de verschillende vormen van inkomen die ze in een jaar krijgen.
    Maak zo’n tabel en pas hem aan de groep die je onderzoekt aan. Bijvoorbeeld:

    Soort inkomen per week per maand per kwartaal per jaar
    Zakgeld € 10      
    Loon   € 80    
    Vakantiegeld       € 120
    Opa, oma       € 50
    Verjaardag       € 100
    overig ….     € 75  
    TOTAAL (per jaar)        
  • Stap 2
    Bereken op basis van de ingevulde tabellen het jaarinkomen van elke deelnemer.
    Als je handig bent met computers kun je de tabel natuurlijk ook digitaal maken en het jaarbedrag automatisch laten uitrekenen.

  • Stap 3
    Download voor de verwerking dit excelbestand.

    Vul de jaarbedragen in het grijze deel van kolom A in (delete eerst de voorbeeldgetallen).
    De verdelingstabel wordt dan automatisch gevuld.

    Je moet als laatste stap wel handmatig de omvang van de tabel die gekoppeld is aan de grafiek aanpassen zodat de juiste gegevens worden weergegeven in de Lorenzcurve.

    • klik op de afbeelding van de Lorenzcurve → de tabel waaruit de gegevens gehaald worden, wordt omlijnd door paarse en blauwe lijnen
    • sleep het rechter-benedenhoekje zodanig dat alle gegevens die nodig zijn worden meegenomen voor de afbeelding.

Vragen over resultaten

Plak de afbeelding van de Lorenzcurve in je schrift (of teken hem na).

a

Hoeveel procent van het inkomen wordt verdiend door de “armste” 20% van de groep?

b

Hoeveel procent van het inkomen wordt verdiend door de “rijkste” 20% van de groep?

c

Vind je het een ‘eerlijke’ verdeling van inkomen? Verklaar je mening.

Laat a en b nakijken door je docent.
Over c kun je in de klas een discussie voeren, omdat iedereen een ander beeld heeft van ‘eerlijk’.

print