Bij het vak economie wordt soms gebruik gemaakt van modellen. Dat betekent dat we de werkelijkheid vereenvoudigen, om een bepaald probleem beter te kunnen begrijpen. In de analyse van een model maken we soms gebruik van wiskundige vergelijkingen en grafieken.
Schaarste dwingt mensen om te kiezen.
Een budgetlijn is een voorbeeld van een model dat we kunnen gebruiken om het keuzegedrag van mensen te analyseren.
We vereenvoudigen de werkelijkheid door uit te gaan van:
Het budget geeft aan dat je maar een beperkte hoeveelheid middelen tot je beschikking hebt.
De twee goederen geven aan dat je keuzes moet maken tussen je behoeftes.
Toelichting bij het voorbeeld
De budgetlijn laat de verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden zien die maximaal haalbaar zijn bij het gegeven budget.
Alle combinaties die onder de lijn liggen zijn ook haalbaar, alle combinaties erboven vallen buiten het beschikbare budget.
In de grafiek is punt A een voorbeeld van een maximaal haalbare combinatie van 12 flessen drinken en 6 zakken chips. Dat kost precies €45.
Ook punt B zou gekozen kunnen worden. Dan worden 6 flessen drinken en 12 zakken chips gekocht. Dat kost € 36. Dus niet het hele budget wordt uitgegeven. Dat is ook te zien aan het feit dat punt B onder de budgetlijn ligt.
Punt C is niet haalbaar met het gegeven budget. Voor 9 flessen drinken en 18 zakken chips, zou je € 54 nodig hebben. Dat valt buiten het budget. Dus boven de budgetlijn.
Opofferingskosten
Schaarste dwingt tot kiezen.
Als je de ene behoefte vervult, kun je de andere behoefte niet meer vervullen.
Datzelfde zien we ook in de budgetlijn.
Wanneer je méér flessen drinken wilt kopen, kun je minder zakken chips kopen. Dat komt omdat je maar een beperkte hoeveelheid middelen hebt; je budget.
De opofferingskosten geven aan hoeveel producten B je niet meer kunt kopen als je één extra product A koopt.
Vervolg voorbeeld
In bovenstaand voorbeeld kost een fles drinken € 3 en een zak chips € 1,50.
Wanneer je één extra fles drinken koopt, kun je € 3 minder uitgeven aan chips. Je offert dus 2 zakken chips op voor een fles drinken.
Wanneer je één zak chips extra koopt, kun je € 1,50 minder uitgeven aan drinken. Je offert dus een halve fles drinken op voor een zak chips.
Toelichting bij het voorbeeld
De opofferingskosten worden bepaald door de prijs van beide producten.
Als je moet kiezen tussen een fles drinken of chips, zoals in het voorbeeld, dan moet je voor één fles drinken twee zakken chips opofferen.
Maar als je moet kiezen tussen een dure vakantie of zakken chips kopen, moet je heeeel veel zakken chips opofferen als je kiest voor één dure vakantie.
Veranderingen van de budgetlijn
Een budgetlijn wordt bepaald door de omvang van het beschikbare budget en de hoogte van de prijzen van de twee producten.
Als hierin iets verandert, verandert ook de budgetlijn.
Het budget verandert
Wanneer je voor je feest een groter budget tot je beschikking hebt, kun je ook van allebei de producten méér gaan kopen.
Daardoor wordt punt C wellicht opeens wél haalbaar.
Stel dat je in plaats van € 45 opeens € 54 tot je beschikking hebt.
Dan kun je maximaal 18 flessen drinken of 36 zakken chips kopen.
Bij een verandering van het budget verschuift de budgetlijn evenwijdig.
De prijs van een product verandert
Wanneer één van de producten duurder wordt, kun je daar opeens minder van kopen met je budget.
Stel dat de prijs van een zak chips verhoogt wordt van € 1,50 naar € 1,80.
Dan kun je met een budget van € 45 nog maar 25 zakken chips kopen.
Wanneer je al je geld uitgeeft aan drinken, verandert er niets.
Bij een verandering van een prijs verandert de helling van de budgetlijn.
Veranderingen in je beschikbare middelen en veranderingen in de prijzen van de behoeftes die je hebt, hebben dus invloed op de mate waarin je in je behoeftes kunt voorzien.