Vraag 1

a

Een horloge kost € 299.
Je krijgt 40% korting vanwege de uitverkoop.

Hoeveel korting krijg je?

b

Femke verdient € 120 per maand.
Anne verdient 25% meer dan Femke.

Hoeveel verdient Anne?

c

Mike koopt een oude auto voor € 2.300.
Hij knapt de auto op. Daarna verkoopt hij hem met 40% winst

Voor welk bedrag wordt de auto verkocht?

d

Een paar schoenen kost € 129.
Je krijgt 35% kassakorting.

Hoeveel betaal je voor de schoenen?

Vraag 2

a

Simon heeft drie jaar geleden een fiets gekocht voor € 799.
Hij twijfelt of hij dit jaar een nieuwe fiets gaat kopen. In ieder geval wil hij weten hoeveel geld hij nog terug krijgt voor zijn oude fiets.
Volgens de fietsenmaker is zijn fiets bij inruil nog € 150 waard.

Bereken hoeveel procent van de aanschafprijs Simon nog terug krijgt voor zijn fiets.

b

Een fabriek kocht in 2016 een vrachtwagen voor € 68.900
Na drie jaar gebruik is de vrachtwagen nog € 25.500 waard.

Bereken de waarde van de vrachtwagen na drie jaar in procenten van de aankoopwaarde. 

c

Nina kocht in november 2016 één Bitcoin. Zij betaalde toen € 631,05
In augustus 2019 was die Bitcoin € 4.017,33 waard.

Druk de waarde van de Bitcoin in augustus 2019 uit in procenten van de waarde in november 2016.

Vraag 3

a

Vorig jaar kostte een postzegel € 0,81. Dit jaar kost dezelfde postzegel € 0,91.

Met hoeveel procent is de prijs van een postzegel gestegen?

b

Hassan wil een nieuwe telefoon kopen. Hij weet dat deze telefoon € 598 kost op bol.com
Na lang zoeken vindt hij een website waar dezelfde telefoon goedkoper is. Op mijnmobieltje.nl kost de telefoon slechts € 479

Hoeveel procent goedkoper is de telefoon op mijnmobieltje.nl?

c

Op haar eerste rapport heeft Fleur een 5,8 voor economie.
Ze baalt hier behoorlijk van. In het tweede blok gaat ze extra haar best doen voor economie.
En dat werkt. Op het tweede rapport staat ze al een 6,6 voor economie.

Met hoeveel procent heeft Fleur haar cijfer verbeterd?

d

Economielokaal verkocht het eerste jaar 1.200 boekjes voor examentraining. Dit jaar werden er 4.450 boekjes verkocht.

Met hoeveel procent is de verkoop van boekjes gestegen ten opzichte van het eerste jaar?

Vraag 1

a

40% van 299 = € 119,60 korting

b

25% van 120 = € 30 meer
Anne verdient: 120 + 30 = € 150

Of: 125% van 120 = € 150

c

40% van 2.300 = € 920
De auto wordt verkocht voor: 2.300 + 920 = € 3.220

Of: 140% van 2.300 = € 3.220

d

35% van 129 = € 45,15
De schoenen kosten: 129 – 45,15 = € 83,85

Of: je betaalt 65% van 129 = € 83,85

Vraag 2

a

150 van de 799 = 18,8%
(150 / 799 × 100%)

b

25.500 van de 68.900 = 37%
(25.500 / 68.900 × 100%)

c

4.017,33 van de 631,05 = 636,6%
(4.017,33 / 631,05 × 100%)

Vraag 3

a

Prijsstijging: 0,91 – 0,81 = € 0,10
Ten opzichte van 0,81

(0,10 / 0,81 × 100% =) 12,3%

b

Goedkoper: 598 – 479 = € 119
Ten opzichte van 598

(119 / 598 × 100% =) 19,9%

c

Verbetering: 6,6 – 5,8 = 0,8
Ten opzichte van 5,8

(0,8 / 5,8 × 100% =) 13,8%

d

Stijging verkopen: 4.450 – 1.200 = 3.250 boekjes
Ten opzichte van 1.200

(3.250 / 1.200 × 100% =) 270,8%

print