Om de ontwikkeling van verschillende grootheden, zoals prijzen, inkomen of productievolume, goed te kunnen vergelijken wordt vaak gebruik gemaakt van indexcijfers.
Een indexcijfer is een verhoudingsgetal waarmee de grootte van een bepaald verschijnsel wordt uitgedrukt ten opzichte van datzelfde verschijnsel in een andere periode.
De periode waarmee we alle andere periodes vergelijken noemen we het basisjaar.
Dit basisjaar krijgt het indexcijfer 100 (wordt op 100% gesteld).
Daardoor geldt dat:
- een indexcijfer boven de 100 duidelijk maakt dat er een procentuele stijging is ten opzichte van het basisjaar.
- een indexcijfer onder de 100 duidelijk maakt dat er een procentuele daling is ten opzichte van het basisjaar.
Voorbeeld
In 2014 (het basisjaar) had Dhr. Wolters een inkomen van € 50.000.
Een jaar later bedroeg zijn inkomen € 58.000, terwijl in 2016 zijn inkomen € 61.000 bedroeg.
jaar | waarde | berekening | indexcijfer |
2014 | 50.000 | De € 50.000 uit het basisjaar krijgt indexcijfer 100. | 100 |
2015 | 58.000 |
Zijn inkomen is nu € 58.000. |
116 |
2016 | 61.000 |
Zijn inkomen bedraagt € 61.000. Indexcijfer 2016= Dat wil zeggen dat het inkomen in 2016 met 22% gestegen is ten opzichte van het basisjaar 2014. |
122 |
Procentuele verandering
Een procentuele verandering tussen twee indexcijfers reken je op precies dezelfde manier uit als elke andere procentuele verandering.
Om een procentuele verandering uit te rekenen maakt het niet uit of het om indexcijfers, euro’s of aantal producten gaat. Je kunt die allemaal op dezelfde manier berekenen. Voor meer hierover kijk op: uitleg over procenten.