Domeinen Markten en Goede Tijden, Slechte Tijden

De overheid van een groot industrieland wil bedrijven er toe aanzetten om over te stappen naar productietechnieken met minder uitstoot (emissie) van kooldioxide (CO2). Om dit doel te bereiken is een heffing van kracht op deze emissie. Een econoom meent dat voor de overheid het bepalen van de juiste hoogte van de heffing voor de gewenste reductie van de emissie wordt bemoeilijkt, doordat zij een informatieachterstand heeft ten opzichte van bedrijven ten aanzien van hun kostenstructuur.

1 Leg uit dat als gevolg van een dergelijke informatieachterstand het effect van een bepaalde heffing op de CO2-uitstoot onzeker is.

Uit de tekst blijkt oorzaak-gevolg-redenering:

informatieachterstand overheid over kostenstructuur → (iets met) juiste hoogte van de heffing → (iets met) gewenste reductie van de emissie lastig.

Als alternatief heeft de overheid een systeem ingesteld waarbij zij elk jaar emissierechten aanbiedt. Elk emissierecht geeft aan een bedrijf het recht om gedurende een jaar één ton CO2 uit te stoten. Bedrijven kunnen bieden op deze emissierechten, en kunnen deze opsparen voor een later jaar. Zij kunnen ook eerder uitgegeven emissierechten kopen van andere bedrijven. Bedrijven die meer CO2 uitstoten dan hun rechten toelaten, worden zwaar beboet. De overheid wil het aanbod van nieuwe emissierechten (emissieplafond) jaarlijks met 1,7% verlagen ten opzichte van het voorgaande jaar. Een econoom signaleert enkele factoren die het verloop van de prijs bepalen en schetst de verbanden in figuur 1. Figuur 2 toont het verloop van de prijs van een emissierecht omgerekend in euro’s.

Figuur 1  prijs van een emissierecht; bepalende factoren en gevolgen

Figuur 2  prijs van een emissierecht in euro per ton CO2-uitstoot

De econoom veronderstelt dat de prijs van een emissierecht in 2015 sterk was beïnvloed door de conjuncturele opgang in dat jaar.

2 Beargumenteer de veronderstelling van de econoom.

De prijs van emissierechten wordt bepaald door vraag en aanbod. Die prijs ging omhoog.

Haal de oorzaak-gevolg-redenering uit de tekst en de vraag:
conjuncturele opgangen → .. → vraag/aanbod emissierechten → prijs emissierechten stijgt

Een politicus beweert op basis van figuur 2 dat de afname van het emissieplafond door de overheid in 2016 te bescheiden is geweest. Met een lager emissieplafond was er een nog groter effect geweest op de vermindering van de uitstoot van CO2.

3 Leg de bewering van de politicus uit.

In de figuur staat de prijs van emissierechten.
Een lager emissieplafond kan via deze prijs de uitstoot blijkbaar verminderen.

4 Geeft pijl A in figuur 1 een positief of een negatief verband weer? Licht je keuze toe.

Er is sprake van een..
negatief verband: oorzaak ↑ (↓) → gevolg ↓ (↑)
positief verband: oorzaak ↓ (↑) → gevolg ↓ (↑)

De econoom stelt dat ondernemingen bij pijl B meer kijken naar de verwachte prijsontwikkeling van een emissierecht dan naar de huidige prijs.

5 Leg deze stelling uit.

Investeringen hebben voor langere tijd invloed op de productiestructuur van bedrijven.

Op grond van zijn veronderstelling dat de conjunctuur van invloed is op de prijs van emissierechten, adviseert de econoom de overheid om een fonds op te richten, dat emissierechten bij laagconjunctuur opkoopt. Na een conjunctureel herstel kan het fonds deze emissierechten weer op de markt aanbieden. Het saldo van het fonds wordt in zijn voorstel verrekend met de schatkist.

6 Leg uit dat deze werkwijze de overheid financieel voordeel kan bieden.

Kopen en verkopen vindt plaats tegen de dán geldende marktprijs.

De econoom illustreert het effect van de prijs van een emissierecht op de keuze van productietechnieken met een voorbeeld. Een onderneming produceert 400.000 producten. De verwachting is dat deze productie niet zal veranderen. De onderneming kan kiezen uit twee productiewijzen:

  productiewijze in 2016 (bestaand) alternatieve productiewijze
constante kosten in euro’s 1,2 mln. 1,6 mln.
variabele kosten in euro’s per product (exclusief kosten van emissierechten) 0,6 0,7
emissie van CO2 per product 0,1 ton 0,02 ton
7 Bereken vanaf welke hoogte van de prijs van een emissierecht de onderneming zal overstappen op de alternatieve productiewijze.

Het berekenen van een omslagpunt is een soort BEP..
alleen is de P (prijs van emissierecht) nu de variabele, want de productieomvang is al gegeven.

1

De overheid (heeft slechts beperkt zicht op de kosten en opbrengsten van bedrijven en) weet niet precies of bedrijven bij een bepaalde hoogte van de heffing zullen investeren in uitstootbesparende technieken of bijvoorbeeld zullen kiezen voor productievermindering. Daardoor is het effect op de uitstoot van CO2 moeilijk te voorspellen.

2

Een voorbeeld van een juiste argumentatie is:

  • Een opgaande conjunctuur betekent een sterkere groei van de productie, met extra uitstoot van CO2
  • waardoor de vraag naar emissierechten toeneemt en de prijs gaat stijgen
3

Een voorbeeld van een juiste uitleg is:

  • De daling van de prijs van emissierechten in 2016 duidt op een lage vraag ten opzichte van het aanbod
  • Bij een lager emissieplafond / aanbod van emissierechten zou de prijs hoger zijn geweest en zouden bedrijven eerder zijn overgaan tot uitstootbesparende alternatieven
4

een positief verband

Als de kosten van uitstootloze energieopwekking dalen, zullen meer bedrijven hierop overstappen. Er zal minder behoefte zijn aan emissierechten en de vraag daarnaar zal afnemen, waardoor de prijs zal dalen.

5

Investeringen in technieken ter besparing van uitstoot van CO2 leveren voor lange tijd besparing op aanschaf van emissierechten. Als verwacht wordt dat de prijs van emissierechten in de toekomst niet gaat stijgen of zelfs daalt, maakt dat de keuze voor het doen van dergelijke investeringen minder aantrekkelijk.

6

Een voorbeeld van een juiste uitleg is:

  • Bij laagconjunctuur, wanneer de vraag vanuit het bedrijfsleven naar emissierechten laag is, kan het fonds emissierechten voor een relatief lage prijs opkopen
  • Bij conjunctureel herstel, wanneer de vraag vanuit de bedrijven toeneemt, kan het fonds de ingekochte emissierechten voor een hogere prijs verkopen
7

Een voorbeeld van een juiste berekening is:

1,2 mln + 0,6 × 400.000 + 0,1P × 400.000 = 1,6 mln + 0,7 × 400.000 + 0,02P × 400.000
€ 1.440.000 + 40.000P = € 1.880.000 + 8.000P
32.000P = € 440.000 → P = € 13,75

print