De kruiselingse elasticiteit is de vermenigvuldigingsfactor die aangeeft in welke mate de vraag naar een product reageert op een prijsverandering van een ander product.
Het gaat bij de kruiselingse elasticiteit er vooral om of de waarde positief of negatief is. De absolute waarde van deze elasticiteit is minder van belang, maar geeft natuurlijk nog steeds aan hoe sterk er gereageerd wordt.
Complementaire goederen
Complementaire goederen vullen elkaar in het gebruik aan.
Denk hierbij aan mayo en patat. Of koffiemelk en koffie.
Als het ene product duurder wordt, zal daar minder van verkocht worden. Als gevolg daarvan zal ook de verkoop van het andere product afnemen.
Als patat duurder wordt, wordt er minder patat verkocht. Daardoor wordt er ook minder mayo verkocht.
Dus als de prijs van patat stijgt, daalt de vraag naar mayo. Er is dus een negatief verband. En daarom ook een negatieve waarde voor de kruiselingse elasticiteit.
Substitutiegoederen
Substitutiegoederen kunnen elkaar vervangen.
Denk daarbij aan openbaar vervoer en de auto. Of koffie en thee.
Als het ene product duurder wordt, zal een aantal consumenten overstappen op het andere product.
Dus als koffie duurder wordt, zullen sommige consumenten overstappen op thee. Waardoor er meer thee verkocht zal worden.
Als de prijs van koffie stijgt, stijgt de vraag naar thee. Er is dus een positief verband. En daarom ook een positieve waarde voor de kruiselingse elasticiteit.