Opdracht 1 – begippen
a |
De kenmerken van volkomen concurrentie: |
b |
De producent heeft geen enkele invloed op de prijs. De prijs wordt bepaald door de vrije werking van collectieve vraag en collectief aanbod op de markt. |
c |
De productieomvang waarvoor geldt: GO = GTK |
Opdracht 2
Opdracht 3
a |
TK = 0,4Q2 + 1.000 Bij een productieomvang van 50 en 100 lijkt GTK goed af te lezen. Respectievelijk € 40 en € 50 Bij Q = 50 zou TK (0,4×502 + 1.000) 2.000 zijn → GTK = 40 (klopt) |
b |
Op de markt komt een prijs van € 60 tot stand (Qa = Qv). Maximale winst wordt gehaald bij een productie waar geldt: MO = MK MO = 60 0,8Q = 60 |