Transactiekosten zijn alle kosten die in het economisch verkeer moeten worden gemaakt ten behoeve van het tot stand brengen van een transactie.

transactiekostenHet gaat bij transactiekosten om de kosten die boven op de prijs van het product komen.
Het gaat daarbij meestal om de moeite (uitgedrukt in tijd en/of geld) die iemand moet doen om informatie te krijgen over de goederen die hij wil kopen.
Tijd is in dit geval ook kosten, omdat er een productiefactor voor wordt opgeofferd.

Bij de aanschaf van een product bestaan de kosten dus niet alleen uit de prijs van het product zelf, maar ook uit diverse transactiekosten. 

Enkele voorbeelden van transactiekosten zijn:

  • zoek- en informatiekosten
    = de kosten die je moet maken om uit te vinden waar het product beschikbaar is, waar je het tegen de laagste prijs kan vinden, enz. Denk hierbij ook / vooral in termen van tijdskosten.;

  • kosten om de transactie te evalueren
    = de kosten om achteraf te beoordelen of de transactie voldoet aan de gestelde vooraarden;

  • contract- en onderhandelingskosten
    = de kosten om tot een overeenkomst te komen met een andere partij in de transactie, het opstellen van een contract, enz.;

  • controle- en nalevingkosten
    = de kosten die moeten worden gemaakt om er zeker van te zijn dat alle partijen zich aan de voorwaarden in het contract houden en de kosten die erbij komen als de andere partij zich niet aan de voorwaarden houdt, zoals juridische kosten.

De omvang van de transactiekosten is van veel factoren afhankelijk. Een paar belangrijke factoren die van invloed zijn:

  • Het soort product en de frequentie van aankopen
    → hoe eenvoudiger het product en hoe vaker je het koopt, hoe minder transactiekosten je hebt. Je hoeft dan minder informatie te zoeken, niet te onderhandelen over voorwaarden enz…
    Bij de aanschaf van een brood zijn de tranasctiekosten aanzienlijk lager dan bij de aanschaf van een nieuw huis.

  • Transparantie op de markt
    → hoe makkelijker de informatie op de markt beschikbaar is voor alle partijen, hoe lager de transactiekosten. Het kost bijvoorbeeld minder tijd op te zoeken en te kiezen.

  • Asymmetrische informatie
    → informatieverschillen tussen partijen kunnen de noodzaak om meer tijd te investeren om kennis te vergaren vergroten / kunnen de behoefte om meer zaken contractueel te regelen versterken.

  • Vertrouwen / Reputatie
    → als er vertrouwen is tussen partijen, hoeven geen ingewikkelde contracten te worden afgesloten en kan een transactie snel (en goedkoop) tot stand komen. Een goede reputatie van partijen kan de transactiekosten dus beperken.

  • Instituties / Wetgeving
    → als in een land al veel zaken rond transacties geregeld is in wetgeving, hoeft daar niet meer over onderhandeld te worden. Als het bovendien mogelijk is om je hierop te beroepen voor een onafhankelijke rechter, kan ook dit de transactiekosten verlagen.

print