Zoals we in dit hoofdstuk al eerder zagen, maken werkgever en werknemer afspraken over het brutoloon.
Werkgevers hebben echter te maken met loonkosten die hoger zijn. Werknemers krijgen een nettoloon dat lager ligt. Het verschil wordt veroorzaakt door de wig.
Deze wig (dit gat) ontstaat doordat de overheid over het brutoloon sociale premies en loonbelasting in rekening brengt.
Brutoloon
Het brutoloon is het loon dat afgesproken wordt in de arbeidsovereenkomst.
Loonkosten
Bovenop het brutoloon betaalt de werkgever ook een deel van de sociale premies.
Die premies komen dus nog als extra kosten bovenop het brutoloon. Samen vormt dat de totale loonkosten voor de werkgever.
Nettoloon
De werknemer krijgt minder op zijn rekening dan het afgesproken brutoloon.
De overheid houdt sociale premies en loonbelasting in. Na het betalen van die loonheffing houdt de werknemer zijn nettoloon over.
WIG
De wig is het verschil tussen de loonkosten en het nettoloon.
Oftewel het verschil tussen wat een werkgever betaalt om een werknemer in dienst te hebben en het bedrag dat de werknemer daarvan ontvangt.
Dit verschil ontstaat doordat de overheid belastingen en premies int die gekoppeld zijn aan het brutoloon.
Nadelen hoge wig
Uiteraard is belasting- en premieheffing noodzakelijk. Zonder deze inkomsten ontbreekt het de overheid aan geld om belangrijke uitgaven te financieren en is er geen geld om uitkeringen te betalen.
Toch heeft belasting- en premieheffing op arbeid ook nadelen:
De overheid kan ook op een andere manier de noodzakelijke belastingen innen.
Vanwege deze nadelen heeft de overheid de afgelopen 10 jaar de belastingen op arbeid verlaagt en de belasting op kopen (zoals btw en milieuheffingen) verhoogd.
Veranderingen in de wig
Bij het verlagen van de wig moet de overheid kiezen wie het voordeel krijgt.
Een verlaging zit namelijk altijd in óf het werkgeversdeel óf het werknemersdeel.
Stel dat in de uitgangssituatie het brutoloon € 3000 is.
De loonkosten voor de werkgever zijn € 4.200.
Het brutoloon plus sociale premies van € 1.200.
De werknemer ontvangt uiteindelijk een nettoloon van € 2.000.
Omdat deze € 600 premies en € 400 belasting moet betalen.
De wig is in totaal € 2.200.
Het verschil tussen loonkosten van € 4.200 en nettoloon van € 2.000.
Veranderingen in het werkgeversdeel van de wig
Het brutoloon staat vast. Dat is een afspraak in de arbeidsovereenkomst.
Wanneer de overheid dan de premies verlaagt die de werkgever moet betalen, wordt de wig kleiner.
De werkgever is degene die van deze verandering profiteert. Zijn loonkosten dalen.
De werknemer merkt van deze verandering niets. Zowel het brutoloon als het nettoloon blijven hetzelfde.
Veranderingen in het werknemersdeel van de wig
Het brutoloon staat vast. Dat is een afspraak in de arbeidsovereenkomst.
Wanneer de overheid dan de loonbelasting verlaagt die de werknemers moeten betalen, wordt de wig kleiner.
De werknemer is degene die profiteert. Zijn nettoloon stijgt.
De werkgever merkt van deze verandering niets. Zowel het brutoloon als de loonkosten blijven hetzelfde.