Vroeger hadden werknemers een vaste baan en werkten zij vaak hun hele leven voor dezelfde baas.
Tegenwoordig komt een vaste baan steeds minder voor. Bedrijven hebben de afgelopen jaren gezocht naar contractvormen waarbij zij gemakkelijker van personeel af kunnen komen als ze niet meer nodig zijn.
Flexibele contractvormen zijn bijvoorbeeld:
Uit het nieuws
Rechter: Bezorgers Deliveroo zijn geen zzp’ers maar schijnzelfstandigen
15 januari 2019
Bezorgers die voor Deliveroo maaltijden bezorgen worden door het bedrijf ten onrechte als zzp’ers aangemerkt, oordeelde de rechter dinsdag in de twee zaken die vakbond FNV aanspande. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst en bezorgers zouden onder de cao moeten vallen.
Begin 2018 besloot Deliveroo om de arbeidsovereenkomsten van bezorgers om te zetten in ‘partnerovereenkomsten als zelfstandig ondernemer’. Hiermee werden de bezorgers zzp’ers, wat volgens het bedrijf voor meer vrijheid om het werk en de werkdagen zelf in te vullen zou zorgen.
FNV kwam tegen de wijziging in verzet, en stelde dat er sprake was van een verkapt dienstverband.
In deze grafiek kunnen we zien dat de oudere werknemers nog vooral vaste contracten hebben, maar dat voor jongere werknemers tot 35 jaar een vast contract steeds minder vaak voor komt. In 2017 heeft nog maar 28% van de werkenden tussen 15-25 jaar een vast contract, terwijl dat in 2003 nog 55% was. Waarschijnlijk zijn er veel meer scholieren gaan werken, want het aandeel oproepkrachten is vooral sterk gestegen bij deze groep. Toch is er sprake van een trend, want het dalende aandeel vaste contracten is ook duidelijk te zien in de andere groepen, met uitzondering van de groep 55-75 jarigen.
Voor- en nadelen
Dat geeft de werknemer flexibiliteit, maar ook een grote mate van inkomensonzekerheid. Bij de flexibilisering van de arbeidsmarkt worden steeds meer risico’s op de arbeidskrachten afgeschoven, zoals zichtbaar in deze afbeelding.
Vooral de werkgever lijkt dus voordeel te hebben bij flexibele arbeidscontracten. Als de productie daalt, kunnen de loonkosten mee dalen, waardoor de winst minder snel in gevaar komt. Flexibele arbeidskrachten kunnen namelijk gewoon ‘ontslagen’ worden / niet meer ingehuurd worden.
Maar er zijn ook nadelen voor een werkgever. Flexibele arbeidskrachten zijn minder loyaal aan het bedrijf. Bovendien zijn deze werknemers niet bereid om zich te scholen in zeer specifieke vaardigheden. Scholing is voor een flexwerker alleen nuttig als de geleerde vaardigheden ook bij andere werkgevers gebruikt kunnen worden.
En als de flexwerker bereid is om op kosten van de werkgever te scholen, loopt de werkgever het risico dat de werknemer na de scholing er bij een ander bedrijf van gaat profiteren.
Scholing wordt wel belangrijker voor een flexwerker. Deze zal namelijk vaker op zoek moeten naar een nieuwe baan, zal zich steeds opnieuw moeten ‘verkopen’ en moet er dus voor zorgen dat hij aantrekkelijk blijft voor werkgevers. Actuele kennis en dus scholing is daarbij een belangrijke factor. Voor arbeidskrachten wordt scholing gedurende de hele loopbaan dus steeds belangrijker.