De prijselasticiteit van de vraag is een vermenigvuldigingsfactor die aangeeft in welke mate de vraag naar een bepaald product reageert op een prijsverandering van dat product.
Er is een negatief verband tussen de prijs van een product en de vraag naar een product, want als de prijs van een product daalt, zal de vraag naar het product stijgen (en andersom). De prijselasticiteit van de vraag, de maatstaf voor dat verband, zal dus ook negatief zijn.
Hoe sterk de reactie van de vraag is op de prijsverandering zien we aan de absolute waarde van de elasticiteit.
Ligt de waarde tussen de 0 en -1, dan reageert de vraag relatief inelastisch / minder dan evenredig.
Ligt de waarde onder de -1, dan reageert de vraag relatief elastisch / meer dan evenredig.
Wat gebeurt er met de omzet?
Omzet = Prijs × Afzet
De afzet reageert op de prijs. Als de prijs daalt, stijgt de vraag/afzet (en omgekeerd). Er is dus negatief verband.
Wat er met de omzet gebeurt is dus niet alleen afhankelijk van het feit dat de prijs stijgt of daalt, maar ook van de mate waarin de vraag reageert.
De elasticiteit geeft aan hoe sterk de vraag reageert op een prijsverandering.
Is de vraag elastisch, dan reageert de vraag meer dan evenredig op de prijsverandering.
Is de vraag inelastisch, dan reageert de vraag minder dan evenredig op de prijsverandering.
Voorbeeld 1
Wat gebeurt er met de omzet als de prijs stijgt en de vraag relatief elastisch is?
1 – als de prijs stijgt, zal de vraag dalen
2 – vraag daalt in verhouding méér (elastisch) dan dat de prijs stijgt
3 – de omzet zal dalen,
want het negatieve effect van de vraagdaling is groter dan het positieve effect van de prijsstijging.
Voorbeeld 2
Wat gebeurt er met de omzet als de prijs stijgt en de vraag relatief inelastisch is?
1 – als de prijs stijgt, zal de vraag dalen
2 – vraag daalt in verhouding minder (inelastisch) dan dat de prijs stijgt
3 – de omzet zal stijgen,
want het negatieve effect van de vraagdaling is kleiner dan het positieve effect van de prijsstijging.