Het belangrijkste gevolg van werken op een markt van volkomen concurrentie voor een producent is het feit dat hij geen invloed heeft op de prijs.

Op de totale markt komt, door de werking van collectieve vraag en collectief aanbod, een evenwichtsprijs tot stand. Deze prijs is voor elke producent een gegeven dat hij niet kan beïnvloeden.
De producent kan slechts op basis van de gegeven prijs en zijn kosten bepalen hoeveel producten hij dan zelf zal aanbieden. Daarom noemen we zo’n producent ook een hoeveelheidsaanpasser.

producent bij volkomen concurrentie

Mogelijke doelstellingen

Standaard worden steeds onderstaande drie doelstellingen van een producent bestudeerd:

  • Break even afzet

    Dat wil zeggen de hoeveelheid producten die de producent moet verkopen om geen winst/verlies te maken.
    Met andere woorden: de productieomvang waar geldt dat opbrengst en kosten aan elkaar gelijk zijn.

  • Maximale totale winst

    In de meeste gevallen zal een producent op een markt van volkomen concurrentie zijn totale winst willen maximaliseren.
    Hoeveel producten hij dan moet maken, is ook afhankelijk van het verloop van de (variabele) kosten.

  • Maximale omzet

    Omdat op een markt van volkomen concurrentie de prijs vast staat en niet afhankelijk is van het aanbod van de individuele producent, zal de omzet altijd maximaal zijn wanneer hij zoveel mogelijk producten verkoopt.
    In dit geval moet hij dus zijn hele productiecapaciteit gebruiken.

De situatie voor het bepalen van de productieomvang om maximale totale winst te halen is deels afhankelijk van de variabele kosten.
Bij proportioneel variabele kosten ziet het er nét anders uit dan bij niet-proportioneel variabele kosten.

Bij proportioneel variabele kosten

 

  • Maximale totale winst
    Bij proportioneel variabele kosten geldt dat de marginale opbrengst steeds hetzelfde blijft (GVK) – hier € 1.500
    Op een markt van volkomen concurrentie geldt dat de marginale opbrengst steeds hetzelfde blijft (P) – hier € 2.500

    Elke uitbreiding van de productie laat de winst dus met € 1.000 euro stijgen.
    Om maximale winst te halen, moet je dus zo vaak mogelijk die € 1.000 binnen halen. Je moet dus je hele productiecapaciteit gebruiken.

Bij niet-proportioneel variabele kosten

 

  • Maximale totale winst
    Nu geldt de gewone regel: maximale totale winst wordt behaald bij de productie waar geldt dat MO = MK.

    Vóór dat punt kun je de productie uitbreiden, omdat de kosten minder toenemen dan de opbrengst (MK<MO). De winst zal dan stijgen.
    Ná dat punt moet je de productie niet meer uitbreiden, omdat de kosten dan sneller toenemen dan de opbrengst (MK>MO). De winst zal dan dalen.

print