Opdracht 1 – begippen
Definities van begrippen heb je vaak nodig omdat bij uitlegvragen deze definitie moet worden toegepast op een context.
Zonder heldere begripskennis loop je vaak een deel van de scorepunten mis.
Wat is de definitie van de volgende begrippen:
a |
Leveringsbereidheid |
b |
Afwentelingspercentage |
c |
Welvaart |
Opdracht 2
Een markt van volkomen concurrentie kan worden beschreven met onderstaande collectie vraag- en aanbodfuncties:
Qv = -5P + 125
Qa = 10P – 50
De regering van in dit land voert een BTW-tarief in van 25%.
Er volgt kritiek op deze beslissing. Een oppositiepartij is van mening dat de burgers teveel last hebben van de maatregel, omdat de producenten de BTW zullen afwentelen op de consument. Bovendien beweert de partij dat het overheidsingrijpen op deze markt zal leiden tot welvaartsverlies.
a |
Bereken hoeveel procent van de BTW wordt afgewenteld op de consumenten. |
b |
Bereken ook de omvang van het welvaartsverlies waar de partij op doelt. |
Opdracht 3
Voor het gemak nemen we dezelfde markt van volkomen concurrentie als opgave 2, met onderstaande collectie vraag- en aanbodfuncties:
Qv = -5P + 125
Qa = 10P – 50
De regering van dit land wil het gebruik van dit product stimuleren. Om dat te bereiken denkt zij over het invoeren van een producentensubsidie van € 2,50. De regering wil echter alleen het geld hiervoor vrijmaken als het totale gebruik van het product met 10% stijgt.
De oppositie is het eens met de maatregel, maar is van mening dat ook naar de kosten in verhouding tot het effect moet worden gekeken. Zij zijn van mening dat voor elke € 1 mln subsidie het gebruik tenminste met 0,1% moet stijgen.
a |
Bereken of de subsidie voldoet aan de wensen van de regering. |
b |
Bereken of de subsidie voldoet aan de wensen van de oppositie. |
Een individuele producent op deze markt streeft naar maximalisering van zijn totale winst.
Hij heeft te maken met onderstaande kostenfunctie:
TK = 0,25Q2 + 2Q + 40 (waarbij Q in 1.000 stuks en TK in 1.000 euro’s)
c |
Bereken de winst die deze producent haalt indien de overheid de subsidie gaat verstrekken. |
Opdracht 4
Een monopolist, die streeft naar maximale totale winst, heeft te maken met onderstaande collectieve vraagfunctie:
Qv = -5P + 125
Van de kosten is bekend dat:
MK = 0,06Q + 5
De productie is milieuvervuilend. De overheid wil de productie afremmen door de productie te belasten met een milieutaks van 40%.
a |
Teken de marktsituatie van de monopolist in de uitgangssituatie en bereken hoeveel de producent zal aanbieden en tegen welke prijs. |
b |
Teken en bereken het effect van de milieutaks op de afzet en de prijs van de monopolist. |
c |
Bereken het afwentelingspercentage van deze milieutaks. |