Vlaktaks is een vorm van inkomstenbelasting waarbij ieder inkomen met hetzelfde percentage wordt belast.
Het Nederlandse belastingstelsel gaat uit van het draagkrachtbeginsel: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
Dat betekent dat Nederland altijd een progressief inkomstenbelastingstelsel heeft gehad, waarbij de gemiddelde belastingdruk stijgt naarmate het inkomen toeneemt. Deze progressie van de belasting nivelleert de inkomensverschillen.
Liberale partijen hebben echter plannen om het progressieve stelsel om te bouwen tot een (sociale) vlaktaks.
In onderstaande afbeelding staan drie belastingsystemen afgebeeld.
Vlaktaks hoeft niet proportioneel te zijn
Een vlaktaks kent slechts één (marginaal) belastingtarief.
Wanneer er verder geen aftrekposten of heffingskortingen zijn, is er ook sprake van proportionele belastingheffing.
De introductie van een belastingvrij stukje inkomen, zeg de eerstverdiende tweeduizend euro, maakt de belastingheffing al (beperkt) progressief. Het gemiddelde belastingpercentage over het inkomen gaat dan van nul tot maximaal het vlaktakstarief.
Datzelfde gebeurt ook als er binnen de vlaktaks een heffingskorting wordt gegeven.
Sociale vlaktaks
Een argument om te kiezen voor een vlaktaks is dat het systeem dan eenvoudig en begrijpelijk is.
Maar daar elke politieke partij heeft wel wensen die via de belastingen geregeld kunnen/moeten worden.
De ene partij wil werken stimuleren, waarvoor een soort ‘arbeidskorting’ geïntroduceerd zou moeten worden.
Een andere partij wil werken lage inkomens extra helpen, waardoor een ‘algemene korting’ of een belastingvrij stukje inkomen moet worden geïntroduceerd.
Hoe meer wensen er worden gehonoreerd, hoe minder eenvoudig het stelsel wordt én hoe minder vlak.